Vertaal
Vertalingen minder worden NL>ES
minder worden (ww.) descender (ww.) ; vencer (ww.) ; robar (ww.) ; restringir (ww.) ; remover (ww.) ; regresar (ww.) ; reducirse (ww.) ; reducir (ww.) ; recortar (ww.) ; rebajar (ww.) ; mermar (ww.) ; menguar (ww.) ; llevarse (ww.) ; disminuir (ww.) ; desaparecer (ww.) ; decrecer (ww.) ; decaer (ww.) ; bajar (ww.) ; atenuar (ww.) ; aminorar (ww.) ; ahorrar (ww.) ; abreviar (ww.)
het minder wordenla bajada (v) ; la reducción (v) ; la disminución (v) ; el descenso (m) ; la caída (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `minder worden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: achteruitgaan
NL: afname
NL: afnemen
NL: beperken
NL: dalen
NL: daling
NL: declineren
NL: inperken
NL: krimpen
NL: minderen